tekst

Dag 2 – Identificatie

We gaan direct naar de kiem. Het ervaren van afgescheidenheid is onze realiteit, omdat we de aard van het ego nog niet hebben doorzien. 

De menselijke geest is egoïstisch van aard. Al vanaf heel jonge leeftijd zijn we bezig onszelf te identificeren, met een geslacht, met een naam, met dat wat we goed kunnen, met spullen, met ideeën. Hebben we iets gevonden waar we content mee zijn dan willen we dit vasthouden, het wordt een ‘van mij’, mijn partner, mijn auto, mijn theorie, mijn getrainde lichaam. En zelfs dingen waarvan we denken dat we ze niet willen, krijgen een ‘van mij’-label. Mijn problemen, mijn ziekte, de ziekte van de zus van mijn vriendin, mijn gevoeligheid.

Het ‘mijn’-label verschaft ons een identiteit, een ik-beeld. Ik ben iemand met een mooi lichaam, briljante ideeën, een rijke innerlijke wereld,  maar met een rotleven. Want het mijn-mechanisme, het ego, wil altijd iets te verbeteren hebben. Het is nooit oké met wat is. Het WIL. Wil beter, wil meer, wil anders of wil NIET. Wat het ook wil of niet wil, de motivatie van het willen is het in stand houden en versterken van de identiteit. En eigenlijk maakt het niet zoveel uit of het nu een ‘positieve’ of ‘negatieve’ identiteit is, het doel van het mijn-mechanisme is zichzelf te versterken. En daarin kunnen juist problemen een flinke dosis ik-heid geven. Want problemen zijn in vele gezelschappen bij uitstek bedding voor aandacht en dus voeding voor het ikje.

mijn-mechanisme

Daar waar je gericht bent op je ik, ben je ook bezig met de ander. Een sterke bron van de bevestiging van de identiteit is het vergelijken met de ander. Mijn ideeën zijn idealistischer, aardiger, slimmer dan die van jou. Mijn problemen zijn erger, zwaarder, sensationeler dan die van jou. Alles doet het mijn-mechanisme om het ik-beeld in stand te houden, het ik-beeld waarmee we onszelf onderscheiden van een ander. Of liever gezegd: waarmee we onszelf afscheiden van een ander en daarmee van onsZelf. We leven in afgescheidenheid, dualiteit. Alles wat je jezelf toe-eigent, houdt je gevangen in dualiteit. 

Zodra iets ‘mijn’ wordt, raak je eraan gehecht en is er angst het te verliezen.  Angst om te verliezen maakt dat de boog gespannen zal staan om het te behouden en te controleren. Dat  maakt je onrustig, verkrampt, alles behalve ontspannen. Of andersom: dat wat je ‘mijn’ maakt, maar niet wilt, zoals een naar gevoel of ziekte, kan je continu in beweging zetten om je ervan te willen verlossen, wat nooit zal lukken, omdat je het ‘mij’ hebt gemaakt.

En stel dat je ‘mijn’ hebt gemaakt van een iemand die jou misschien gelukkig kan maken, dan wil je ook bepalen wat er met die ‘mijn’ gebeurt. Een ander valt echter nooit te controleren. Probeer je dat toch, dan wordt de liefde eruit geperst en verliest zijn spontaniteit.

De ironie van dit alles is, dat wanneer je het mijn-mechanisme doorziet, de ander en dus mijn-dijn-dualiteit niet werkelijk meer bestaat. Die blijkt een illusie te zijn. Alles in deze realiteit is vergankelijk. Al het ‘mijn’ zal vroeg of laat verdwijnen. Maar de werkelijke Jij blijft bestaan. De ‘jij’ die je hebt opgebouwd met behulp van het mijn-mechanisme is niets meer dan een bundeling van ideeën, al dan niet gematerialiseerd.

 

Podcast: Het  mijn-mechanisme uitgelegd

 

Het mijn-mechanisme maakt ook ‘mijn’ van gevoelens. Als er een gevoel voorbij komt wat lijkt op bijvoorbeeld verdriet, dan maakt het ook daarvan ‘mij’. En dat ‘mij’ krijgt een verhaal, een oorzaak en gevolg. ‘Dat komt doordat mij dat en dat toen is overkomen.’ ‘Dat nare gevoel moet oplossen want dat is niet fijn.’ Je gaat vechten tegen iets wat überhaupt geen probleem was geworden als je het geen ‘mij’ had gemaakt.

Veel mensen kampen met onzekerheid over de ‘mij’ die ze gecreëerd hebben in hun hoofd. Bij de een ligt die onzekerheid in het niet voldoen aan verwachtingen, bij de ander in het uiterlijk of weer iets anders. Neem een doodgewone dag: Je haar zit niet zoals je het wilt en ook de kleding die je koos maakt je net wat molliger dan je voor ogen had, maar dat is nou eenmaal zo. Je hebt die molligheid niet geaccepteerd, maar je berust een beetje in het lichaam dat je hebt. Je loopt door een winkelstraat en daar aan de overkant, kijkt een man je aan met een wat opgetrokken wenkbrauw. Tenminste, dat lijkt zo. Maar meteen wordt je ‘mijn-mechanisme’ actief: die blik gaat over mij. Hij vindt mij er belachelijk uit zien. Een kramp van afkeuring wordt voelbaar in je buik. Je draait je gezicht weg en ziet een mooie slanke vrouw lopen. Je gaat onmiddellijk vergelijken. Het ‘mijn-dijn’ mechanisme is volop aan het werk.

Je herkent vast een soortgelijke situatie voor jezelf. De afwijzing van jezelf maakt je verdrietig. Logisch, want intuïtief weten we dat we bedoeld zijn om te stralen. De kiem van deze ellendige spiraal naar lijden is het moment dat je ‘mijn’ plakte op dat wat je zag. Je lichaam, de blik van de persoon die je aankeek en de voorbijganger kwamen ten opzichte van de ‘mij’ te staan. Want geef eens antwoord op deze vraag: Ben jij jouw lichaam? Of ben jij diegene die het lichaam bewoont, gebruikt en ermee ervaart?

Het gaat erom het identificerend mechanisme dat continu werkzaam is te doorzien. Dat betekent dat het allerbelangrijkst op dit pad van ontwaken is, dat je waakzaamheid ontwikkelt, dat je alert blijft op de invasie van het ego. Dat je oplettend bent voor alle subtiele gedachten, gevoelens en ervaringen waarbij het ‘mijn-mechanisme’ actief wordt. Daar ligt je mogelijkheid tot bevrijding. Mind blijft. Het is een illusie dat dit verdwijnt. Zolang je in deze realiteit rondwandelt is er ego. Maar wanneer je waakzaam blijft zal het ego, direct wanneer het opkomt, doorzien worden en daarmee zijn positie als dienstbaar aan jou behouden in plaats van jou overnemen. Het ‘mijn-mechanisme’ komt daarmee tot rust en daarmee kom jij tot innerlijke rust. Of, om het met woorden te benoemen die we veelvuldig in Oosterse geschriften lezen, dan ‘sterf jij’. De beelden en ideeën die je over jezelf hebt houden op te bestaan. Een enorme bevrijding!

 

Opdracht:

Let vandaag en de komende dagen, zolang als je nodig hebt om het helemaal duidelijk te krijgen, eens op waar je jezelf mee identificeert, wat je allemaal van ‘jou’ maakt.

  • Dat kan zijn in een opmerking die iemand naar je maakt en die je je aantrekt.
  • Een situatie waarvoor jij je verantwoordelijk voelt, terwijl niemand je ooit daarvoor aangewezen heeft.
  • Gedachten die door je hoofd gaan en vanalles vinden van jou.
  • Ideeën of prestaties die jou een ik-beeld geven.

 

Maak maar eens een lijstje. Dat is ook goed voor als je later weer eens terugveert naar de gemakszone van het ego. 

  • Wat betekent al dit ‘mij’?
  • Ontleen je er bepaalde rechten aan? Bepaalde moetens, verantwoordelijkheden, verwachtingen?
  • Is er angst te verliezen?
  • Heb je deze ideeën, gevoelens of mensen nodig voor jouw bestaansrecht of –zekerheid?
  • Of is het vrij?

 

Door het ‘mijn’-mechanisme te gaan herkennen, herken je tegelijk dat je in de ego-modus zit. Wat je daarin op die laag kunt ontdekken is dat alles dat je ziet over jou gaat en enkel alleen over jou. Mijn en dijn is precies hetzelfde.

We gaan nog iets verder. Kijk nog eens naar het lijstje dat je hebt gemaakt en vraag je daarna en iedere keer dat je jezelf betrapt op ‘mij’-maken eens af:

  • Is dit alles wel echt van jou?
  • Weet je zeker dat er het label ‘mij’ op hoort?
  • Of is het blanco en komt het wellicht enkel door jou heen?

 

Waar het in deze oefening om gaat, is dat je gaat zien dat niets werkelijk van ‘jou’ is, totdat jij het van ‘jou’ maakt.
Laat je maar choqueren door dit inzicht.
En blijf kijken, blijf het ‘mijn-mechanisme’ traceren.

succes!

liefsvera

Vraag & antwoord

 

Ik schrik ervan hoeveel ik ‘mijn’ maak. Mijn gedachten, mijn angst, mijn verdriet, mijn ruimte, mijn tijd. Waar houdt het op? Wat is het doel van dat mechanisme?

Als je goed kijkt naar wat je allemaal ‘mij’ maakt, merk je misschien dat niet al het ‘mij’ belemmerend of destructief is. Er is ook een ik-heid die door middel van jou heel mooie dingen in de wereld zet. Wij zijn een eenheid en ons leidmotief is evolutie. En die evolutie bereiken wij door al die afzonderlijke stukjes bewustzijn die een ik-heid hebben gekregen, die wel degelijk in verbinding met elkaar staan. Het is het mechanisme waardoor we kunnen manifesteren in deze realiteit. Waardoor dingen centreren en gebundeld worden tot een vorm. Het ego is de trechterfunctie.
Wij zijn enkel vergeten dit mechanisme als gereedschap in te zetten. Wij hebben ons totaal in beslag laten nemen door alle lukrake ideeën die het mechanisme opwerpt om jou gefocust in deze driedimensionale realiteit te houden.
Daarbij is de laag van de persoonlijkheid een meesterwerk als het om ervaren gaat. Je kunt gedachten, gevoelens en fysieke sensaties velen door middel van jouw zintuigen! Het zijn ervaringen vanuit een ‘mijn’-positie.

 

Is het mijn-mechanisme hetzelfde als het ego?

Nee. Het mijn-mechanisme is wat voorafging aan ego. Het mechanisme dat het ego maakt. Het ego is de bundeling van ideeën over wie je bent en hoe je je verhoudt tot de wereld. Een ballon van ideeën die zijn ontstaan doordat je ze 'mij' maakte. Het ego is dus feitelijk leeg. Het mijn-mechanisme is een functionaliteit waarmee de mens geprogrammeerd is. Ken je dit mechanisme, dan heb je de keus hoe jouw ik-beeld en wereldbeeld opgebouwd wordt. Dit is belangrijk, zodat het ingezet kan worden als gereedschap tot manifestatie.

 

Soms lukt het om waarnemend te zijn en dan komen de dingen door me heen. Ik herken niet wanneer ik terecht kom in de weerstand/ het mijn labelen/ vasthouden.

Wees mild naar jezelf, je hoeft niet in een keer altijd en continu te zien wanneer je iets 'mij' maakt. Herken je het af en toe, dan gaat daarmee al een bal aan het rollen in het steeds vaker en sneller herkennen. Stap voor stap.

 

Ik heb een genetische ziekte die ik minder mijn wil maken. Ik wil me er niet mee identificeren. Wel omarmen. Wat kan me helpen?
Deze ziekte ( Huntington) gaat al gepaard met te grote waakzaamheid.

Als ik je vraag lees, dan lees ik ook dat je jezelf al antwoord geeft en een heel mooi antwoord zelfs… Je zegt: ik wil me er niet mee identificeren, maar het wel omarmen…. Voel je hoe de energie veranderd als je je op die intentie focust? juist… dat is je antwoord. het wordt direct zachter… Jij bent niet je lichaam, maar je huist wel in een lichaam het huntington. En als je het hele leven omarmt, hoort dat er ook bij en zal jou ervaringen geven, die voor jou zijn…

Wil je verder naar les 3 en ben je nog niet aangemeld?

13 Reacties
Reacties samenvouwen
Abonneer
Abonneren op
guest
13 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

13
0
Zou graag je gedachten willen weten, s.v.p. laat een reactie achter.x
Scroll naar boven